Stenodactylus Petrii       De dunvingergekko
                  

Inleiding

Stenodactylus petrii is een leuk terrariumdier, waaraan zowel de beginnende als gevorderde terrariumhouder veel plezier kan beleven. De dieren zijn niet moeilijk te houden en veelal niet duur. Helaas worden er nog veel dieren uit de natuur weggevangen. Soms ziet men grote aantallen in de handel. Vaak in het najaar, de dieren zijn dan relatief makkelijk te vangen bij het opzoeken van hun overwinteringsplaatsen. Nodig is het zeker niet: de soort is prima na te kweken in gevangenschap.

 

Verspreiding

Petrii's komen voor in geheel Noord-Afrika tot in Azië. Van Marokko tot Israël en Jordanië. Het zijn woestijnbewoners die prima overleven in de zandduinen van de Sahara, maar ook in de halfwoestijnen in de periferie van de Sahara. Het zijn schemering- en nachtactieve dieren. De hete dagen brengen ze onder stenen of in holen door. In de natuurlijke biotoop worden de hete zomers afgewisseld met relatief koude winters, waarbij de temperatuur (vooral 's nachts) flink kan dalen.

image003-1.jpg

Beschrijving

Stenodactylus petrii is een kleine bodembewonende gekko. De dieren worden niet groter dan 8,5 à 10 cm (totale lengte). De kleur is zeer variabel. Er zijn verschillende variëteiten, afhankelijk van de geografische verspeiding. De kleuren wit, bruin, geel, beige en zwart komen veelvuldig voor in verschillende tinten en patronen. Er is veel variabiliteit tussen de individuen. Een passende beschrijving is dus niet te geven.De foto's op deze pagina zeggen wellicht wat meer. De dieren hebben geen hechtschijfjes aan de vingers, zoals veel andere gekko's. Vandaar de naam 'dunvingergekko'. De gekko's hebben de bijzondere eigenschap dat ze geluid kunnen maken. Dit geluid heeft wel wat weg van het tjilpen van een vogel. Met name in de paartijd laten ze dit geluid geregeld horen.

Het geslacht Stenodactylus bestaat uit 11 soorten.Waarvan. S. stenodactylus en S. petrii de bekendste zijn. Beide soorten lijken qua kleur, tekening en bouw sterk op elkaar. S. stenodacylus is een slag groter. Het verspreidingsgebied van het geslacht is groot over delen van Azië en Afrika. Er zijn populatie in Iran en het grensgebied van Turkije en Syrië. Maar ook in de Sahara tot aan westafrikaanse kust en aan de andere kant in Kenia.

 

Huisvesting

De verlichting is niet erg belangrijk; een TL buisje of een gloeilampje voldoet. Het is wel belangrijk om een (kleine) warme plek in het terrarium te hebben. Hier kunnen ze hun voorkeurstemperatuur bereiken, hetgeen goed is voor het ontplooien van activiteiten en de spijsvertering. Plaats nooit een warmtemat of -kabel onder het gehele terrarium; de dieren moeten wat te kiezen hebben. Het is voldoende om deze verwarming 2 uur voor tot 2 uur na het uitschakelen van het licht aan te doen. In de zomer is een temperatuur overdag tussen de 25 en 30 graden voldoende. Het is geen probleem als de temperatuur 's nachts zakt tot waarden tussen de 16 en 20 graden. Dit imiteert de natuurlijke situatie, waarbij de stenen na zonsondergang nog enige tijd de warmte vasthouden en het 's nachts flink afkoelt. In de zomer is de daglengte 10-12 uur. Dit kun je in de winter geleidelijk terugbrengen naar 8 uur. Schakel de verlichting en verwarming enige tijd (4-6 weken) helemaal uit voor een winterrust. Zorg dat de dieren ruim een week niet gevoerd zijn om de darmen geheel te legen. Een winterrust is bevordelijk voor de voortplanting. Wat betreft de luchtvochtigheid is het voldoende om 2 à 3 maal per week het terrarium licht te besproeien. Het terrarium dient dermate goed geventileerd te zijn dat het vocht binnen enkele uren geheel weggetrokken is.

Gedrag

De dieren kunnen het beste in groepjes gehouden worden. Een groepje van 5 tot 7 dieren heeft ruimte genoeg in een terrarium met een oppervlakte van 40 x 40 cm. In tegenstelling tot de meeste andere gekkosoorten kunnen meerdere mannetjes in één terrarium gehouden worden zonder dat dit tot onderlinge gevechten of onderdrukking leidt. Ook in de natuur leven de dieren vaak dicht op elkaar. Het terrarium kan naar eigen smaak ingericht worden met zand, stenen en stronken. Het zijn echte gravers; zorg er dus voor dat de stenen en stronken die je gebruikt goed op de bodem rusten en niet ondergraven kunnen worden, waardoor de dieren geplet worden.

 

Voeding

Stenodactylus petrii kun je voeren met allerlei insecten. Bijvoorbeeld krekels, krulvliegen of meelwormen. Niet te veel meelwormen voeren, meelwormen worden vaak slecht verteerd en hebben geringe voedingswaarde en bevatten bovendien veel vet. De voedingswaarde van de voedseldieren (ook die van de meelwormen) kan verbeterd worden door de insecten 24 uur voor het opvoeren te voeden met carmix of het in de winkel verkrijgbare speciale krekelvoer. Ondanks dat het kleine gekko's zijn, gaan er nog redelijk formaat krekels in (zie foto). Alle dieren moeten bepoederd worden met een kalk-vitamine preparaat. Bijvoorbeeld Korvimin® en/of VitaTotaal®. Leg voor de vrouwtjes kleine (hapklare) brokjes sepia in het terrarium. De dieren hebben eeen lichte neiging tot vetzucht; matig voeren is dus het parool; in het broedseizoen eens in de 2 à 3 dagen. Ook dient er geregeld vers drinkwater aangeboden te worden. In het drinkwater kun je enkele druppels van een vloeibaar multivitaminepreparaat oplossen. 

Kweek

Indien de gekko's op de juiste mannier worden gehouden zal de kweek geen grote problemen opleveren. Na de winterrust vinden al snel de paringen plaats. De vrouwtjes leggen 5 à 6 keer per seizoen een legsel van twee eitjes. De eitjes begraven ze in het zand op een warme plek. De eitjes zijn zeer kwetsbaar en moeten zeer voorzichtig met behulp van een theelepetje in een bakje met droog zand worden gelegd. Hierbij is het van belang dat de positie van het eitje niet veranderd. Anders kan het embryo daar nadelige gevolgen van ondervinden. Bij een temperatuur tussen de 28 en 30 graden C. duurt het ruim 2 maanden voordat de eitjes uitkomen. Het opfokken van de jongen gaat over het algemeen probleemloos. Valk na de geboorte vervellen ze voor het eerst. Na circa een dag eten ze al hun eerste kleine insecten. Voor een goede groei is het verstrekken van kalk en vitamines van groot belang. Verder kunnen ze precies zo gehouden worden als de ouderdieren.

  image004-4.jpgimage005-1.jpg


 

Samenvatting

 

Voeding:- Overrijpe banaan (geprakt)image007.jpg
             - Phelsuma papje
             - Kleine krekels (in calcium/kalk)
             - Fruitvliegjes
             - Vitamamines

Rel. luchtvochtigheid: 40-75%

Incubatietijd: 2 maanden bij 28-30 °C

Temperatuur overdag: ca. 25-30 °C

Temperatuur ’s nachts: ca.  16-20°C

Maak jouw eigen website met JouwWeb