Verschillende soorten

 

Pelsuma Klemmeri Phelsuma. laticauda Phelsuma. lineata

 

Phelsuma. div. soorten Lygodactylus Kimhowelli Stenodactylus Petrii

 

 

 

Algemeen

De daggekko's die hier besproken worden zijn zowel makkelijke, moeilijke, bekende en minder bekende soorten. Bij elke soort staan een groot aantal gegevens: de naam, de volwassen grootte, de terrariumgrootte, de temperatuur, de vochtigheid en de voedselsoort en -frequentie (hoe vaak er gevoerd moet worden). Het spreekt voor zich dat bijvoorbeeld temperatuur, vochtigheid en terrariumgrootte ideaalwaarden zijn. Het zou mooi zijn deze zoveel mogelijk te benaderen, maar enige afwijking geeft geen problemen. De temperatuur kan het beste verschillen per zone in het terrarium. Onderaan mag het wat kouder zijn, en onder de spot (bovenin) mag het best 5 graden warmer zijn dan de vermelde temperatuur.

Behalve deze zaken zijn ook de volgende gegevens nog vermeld per soort: de verhouding mannnen/vrouwen voor het kweken, de incubatie periode (tijd totdat de eieren uitkomen) en de incubatietemperatuur. De verhouding mannen/vrouwen staat bijvoorbeeld beschreven als 1:2. Dit betekent 1 man met 2 vrouwen in een kweekgroep. De meeste daggekko's zijn echter het beste als paartje te houden. In grotere terrariums kan een trio of een kleine groep van één man met meerdere vrouwen worden gehouden. Laat nooit meerdere mannen samen in een terrium. Dan vraag je om moeilijkheden!

Bij de incubatietemperatuur moet je er rekening mee houden dat hogere temperaturen in het algemeen meer mannelijke nakomelingen geven, en lagere meer vrouwelijke. Dit gaat overigens niet altijd op. Nachtelijke afkoeling heeft ook met de geslachtsbepaling te maken. Als het warmer is komen de eitjes sneller uit, tot een bepaalde grens natuurlijk. Maak je de incubatietemperatuur namelijk te warm of te koud dan worden de jongen misvormt of komen de eieren niet uit.

Bij het samenstellen van deze pagina heb ik gebruik gemaakt van het Engelse boekje "Day Geckos", geschreven door Eric M. Rundquist en ook van het boek "Day Geckos in Captivity". Dit boek is ook in het Engels geschreven en wel door Greg & Leann Christenson. Ook de Duitse Phelsuma bijbel "Faszinierende Taggeckos" behoort tot de bronnen voor deze pagina. De gegevens die bij elke soort vermeld staan berusten dus niet op mijn eigen ervaring. Niet bij elke soort bestaat een algemeen gebruikte Nederlandse naam, vandaar dat die er niet altijd bijstaat

 

Voortplanting

Jonge gekko’s kweken is natuurlijk heel leuk maar er komt meestal wel wat meer bij kijken dan alleen een mannetje en een vrouwtje bij elkaar zetten. Wat er dan allemaal bij komt kijken? Dat probeer ik hieronder uit te leggen. In ieder geval is het heel goed om gekko’s na te kweken en daarna eventueel te verkopen of weg te geven omdat er hierdoor minder gekko’s in het wild gevangen hoeven te worden. Als je gekko’s wilt kopen kun je ook het beste nakweek kopen om dezelfde reden. Bijkomend voordeel bij nakweek is dat ze meestal niet besmet met zijn met bv. parasieten, wat bij wildvang soms wel zo is.

 

Geslachtsonderscheid

Het belangrijkste om te weten, als je wilt gaan kweken, is of dat je met mannetjes of vrouwtjes te doen hebt. Dit is te zien als de gekko op het glas loopt of als de gekko in een transparant bakje zit. Als je dan aan de onderkant op de achterpoten van de gekko kijkt, zie je vaak een rij stipjes van poot naar poot lopen. Dit zijn de dijopeningen. Zie je hele rij hiervan dan heb je met een mannetje te maken. Mannetjes hebben veel meer dijopeningen en de dijopeningen zijn ook groter. Vrouwtjes hebben vaak maar enkele dijopeningen, die soms niet eens met het blote oog te zien zijn. Als het mannetje wil paren komen er ook nog een soort van draden uit de dijopeningen. Hiermee lokt hij vrouwtjes en hij bakent er ook zijn territorium mee af. Als je deze draden ziet dan weet je voor 100 procent zeker dat het een mannetje is. Eenmaal uitgegroeid zijn de mannetjes bij sommige soorten ook groter dan de vrouwtjes, maar deze manier van geslachtsonderscheid geeft vrijwel nooit zekerheid. Je hebt bijvoorbeeld ook kleinere of nog niet uitgegroeide mannetjes, die je op deze manier als een vrouwtje aan kan zien. Als je daggekko eitjes heeft gelegd dan ben je in ieder geval zeker dat je een vrouwtje hebt.

image002.jpg

De verhouding mannetjes/vrouwtjes

Daggekko's kan je het beste één op één houden. Dat betekent één man met één vrouw samen. Eigenlijk moet je nooit meerdere mannetjes in één terrarium houden. Dit leidt tot gevechten, achtervolgingen, stress en de uiteindelijke dood van het zwakste mannetje. Het is, met voldoende ruimte en afhankelijk van de soort, soms wel mogelijk om een man met meerdere vrouwen samen te houden. Houd altijd het gedrag van je daggekko's in de gaten. Zowel het gedrag tussen mannetjes en vrouwtjes als tussen vrouwtjes onderling. Ook als ze elkaar al langer kennen kunnen ze soms flink vechten. Houd het goed in de gaten, maar scheid ze niet meteen, omdat het dan alleen maar moeilijker wordt om ze weer samen te zetten. Als het echt te erg wordt dan is er natuurlijk geen andere optie. Dit territoriumgedrag van de gekko's is ook de reden dat ze voldoende ruimte moeten hebben in het terrarium en ook voldoende schuilplaatsen.

 

Paring en eileg

Als een mannelijke daggekko wil paren laat hij het puntje van zijn tong boven het vrouwtje hangen. Accepteert het vrouwtje hem dan zullen ze daarna paren. Waarschijnlijk zul je dit niet zien maar als het vrouwtje kleine beetjes in haar nek heeft, betekent dit dat ze gepaard heeft. Het mannetje bijt het vrouwtje namelijk tijdens de paring in de nek.

Als ze gepaard heeft, zal ze waarschijnlijk binnen een maand de eitjes leggen. In deze maand wordt het vrouwtje veel dikker. Als het vrouwtje tegen het terrarium glas zit en je kijkt tegen de lamp in, kun je de eitjes vaak zien zitten. Vrouwtjes daggekko's kunnen het sperma opslaan en kunnen dus meerdere malen bevruchte eitjes leggen na één paring.

Zodra je ziet dat het vrouwtje een ingevallen buik heeft, kun je op zoek naar de eitjes. Meteen na het leggen zijn de eitjes nog zacht, maar ze harden snel uit totdat ze leerachtig aanvoelen. Bijna altijd zijn het twee eitjes die gelegd worden, meestal aan elkaar vastgeplakt. Hoelang het duurt voor ze uitkomen is per soort verschillend. Hierover lees je meer op volgende pagina's.

image004-2.jpg

 

Incubatie en uitkomst

De eitjes worden soms ergens aan vastgeplakt maar worden ook vaak in een bamboepijp of sansevieria kelk gelegd. Als de eitjes ergens aan vastgeplakt zijn kan je beter niet proberen ze los te maken. Dit leidt vaak tot beschadiging van de eitjes.

Let op: draai nooit de eitjes! Het embryo wordt namelijk niet vastgehouden door hagelsnoeren zoals bij vogels. Draaien kan het embryo dan ook beschadigen. Bij net gelegde eitjes is de kans op beschadiging van het embryo veel kleiner. Dit heeft zich dan namelijk nog niet ontwikkeld. Je kan de eitjes in het terrarium laten incuberen en uitkomen, dit noem je "in situ". Het vrouwtje legt de eitjes meestal op een plaats met goede omstandigheden en dan komen de eitjes normaal gesproken ook uit. Zorg dat je bij deze methode de jonge daggekko's zo snel mogelijk na het uitkomen vangt en overplaatst naar een apart bakje. Volwassen daggekko's eten namelijk soms hun eigen kinderen op en dat zou toch zonde zijn! Als het mogelijk is kan je alvast een krekelbakje over de eitjes plaatsen als ze bijna uitkomen. Mocht je er dan niet snel bij zijn dan worden ze in ieder geval niet opgegeten.

Wil je je eitjes liever buiten het terrarium incuberen dan kan dit ook. Je loopt dan niet het risico dat eitjes of jonge daggekko's worden opgegeten. Buiten het terrarium heb je een ruimte nodig met de goede temperatuur en vochtigheid. De temperatuur kan gewoon door warmte lampen geregeld worden. Als je de eitjes in een krekeldoosje plaatst is de vochtigheid ook goed te regelen. Als substraat kan je bijvoorbeeld vermiculiet of vogelgrit gebruiken. Vermiculiet kan je vochtig maken voor gebruik. Je kan ook een schaaltje water in het krekelbakje zetten voor de vochtigheid. Zeker bij het vogelgrit werkt dit het makkelijkst. Vul ook het waterbakje op met vogelgrit, anders kunnen de jonge daggekko's verdrinken na uitkomst. De incubatie temperatuur is per soort verschillend en staat vermeld op de pagina "verschillende soorten".

Als de incubatietijd voorbij is zal de jonge daggekko, als alles goed is gegaan, klaar zijn voor uitkomst. Hij maakt met de eitand een sneetje in het ei, en neemt de eidooier op. Laat dit allemaal rustig gebeuren, het kan best een dag duren. Hierna zal de gekko echt te voorschijn komen en wordt het wachten beloond.

 

Huisvesting

Het terrarium voor de jonge daggekko's hoeft niet erg groot te zijn. In een wat kleiner terrarium kan je de jongen veel beter gericht voeren dan in een erg groot terrarium. Ze zullen het voer dan ook sneller vinden. Richt het terrarium eenvoudig in zodat het makkelijk schoon te maken is. Wat bamboe zorgt voor klimgelegenheid. Als je wat gaten in de bamboe boort dan hebben de jonge daggekko's ook schuilplaatsen. Een plant (Sansevieria) in een pot zorgt voor een wat hogere luchtvochtigheid. Op de bodem kan je het beste geen turf of iets dergelijks gebruiken. Jonge daggekko's kunnen dat inslikken en dit kan tot verstopping leiden. Wat wel goed werkt is schuimrubber op de bodem. Dit houdt veel vocht vast en is heel makkelijk schoon te maken.
Let goed op dat de jonge daggekko's niet kunnen ontsnappen. Vooral de kleinere soorten hebben maar een heel klein gaatje nodig. In het onderstaande plaatje is uitgeleg waar je op moet letten met schuifruitjes. Als je hier wat extra aandacht aan besteed voorkomt het straks teleurstellingen.

 

Verzorging van de jongen

Zorgen voor pas geboren gekko’s lijkt veel op de verzorging van volwassen daggekko's. Wat belangrijk is dat de frequentie van het voeren en het sproeien aangepast wordt. Kleine daggekko's hebben namelijk een snellere spijsvertering en een kleinere maaginhoud. Je moet ze dan ook elke dag voeren met fruitvliegen, stofkrekels of andere kleine insecten. Schud de insecten altijd eerst door het vitamine preparaat. Let erop dat de insecten niet te groot zijn en allemaal opgegeten worden. Anders kunnen ze de jonge daggekko beschadigen of angst aanjagen.
Het speciale daggekko papje mag de hele dag tot de beschikking staan van de jonge daggekko's. Hier zitten namelijk veel bruikbare stoffen in. Sproei elke dag een paar keer een klein beetje, en plaats bij voorkeur geen waterbak. Jonge gekko's kunnen namelijk al in een klein laagje water verdrinken.

Jonge gekko's zijn een stuk verdraagzamer dan hun volwassen soortgenoten. Ze kunnen beter in een groepje gehouden worden, al moet je ook hier goed in de gaten houden of er geen stress ontstaat. Na ongeveer één tot anderhalf jaar worden de daggekko's geslachtsrijp. Zet ze dan nog niet meteen bij oudere soortgenoten. Ze zijn mogelijk nog niet bereid om te paren en dit kan leiden tot achtervolgingen en stress.

Maak jouw eigen website met JouwWeb